Arti Shuffle

Emptiness & Infinite Space X

Kunst en filosofie

31 mei 2024
20.30 uur
Op vrijdag 31 mei vindt de 10de editie van Emptiness & Infinite Space plaats. Entree gratis: Reserveer je ticket via deze RESERVERINGSLINK
.
Tijdens dit laatste symposium voor ons zomerreces zijn Ronald Ophuis en Dimitri Goossens te gast. Zij zullen zich respectievelijke vanuit de kunst en de filosofie buigen over de schaduwkanten van de mens. Beiden zijn geïnteresseerd in hoe we via ‘ontwrichting’ onze nog altijd gewetenloze wereld en al haar gruwelijkheden kunnen onderzoeken en bevragen. Ophuis portretteert al zo’n 25 jaar ‘het kwaad’. In zijn werk treffen we onder ander executies, mishandelingen, verkrachtings- en zelfmoordscènes, geweld en andere grensoverschrijdingen. Dergelijke verbeeldingen van (onder andere) ‘de dood’ interesseren ook Goossens bij uitstek. Hij onderzoekt het in de Westerse cultuur vaak verdrongen doodsbesef, zowel in populaire cultuur (mede in zijn recent verschenen ‘In de ogen van Medusa. Filosofie en de duistere spiegel van horror’) als in kunst.
.
Hoewel het Westen al sinds de Verlichting (mede onder leiding van de morele handvatten van denkers als Immanuel Kant, Jeremy Bentham en John Stuart Mill) duisternis en alles wat morele grenzen overschrijdt probeert te verdrijven, is grensoverschrijding nog altijd veelvuldig aanwezig in onze wereld. En wellicht niet voor niets. Zo toonde Hannah Arendt in Eichmann in Jerusalem: a Report on the Banality of Evil (1963) hoe de schijnbaar brave burger en ijverig ambtenaar Eichmann tot omvangrijke gruweldaden in staat was. Ook Adorno en Horkheimer predikten in De Dialectiek van de Verlichting (1944) dat de Verlichting om zou slaan in een ineenstorting van de burgerlijke samenleving en een nieuw soort barbarij zou voortbrengen; en zo geschiedde. In 1963 volgde Adorno’s welbekende uitspraak ‘Nach Auschwitz ein Gedicht zu schreiben, ist barbarisch’. Echter is het misschien juist nu belangrijk dat de kunst de duistere tegenkrachten van de Verlichting weer poogt te verbeelden, om onze veronderstelde veilige thuishaven en orderlijke begrippen en categorieën te doen opschudden.
.
De benaderingen van Ophuis en Goossens zijn echter niet moralistisch van aard. Beiden zijn er eerder op gericht de negatieve keerzijde van onze cultuur te bestuderen en daarmee duistere geschiedenissen niet te miskennen, maar eerder levend te houden. Hoe kunnen wij ons verhouden tot mensen die kwaad verrichten en zo gewichtig wantrouwen behouden? Hiermee gaat Ophuis ook voorbij aan vraagstukken omtrent wat men wel en niet mag schilderen, ondanks dat zijn werk in het verleden al eens tot een rechtszaak leidde. Maar dergelijke morele verontwaardiging én de daaraan ten grondslag liggende droefheid toont juíst dat er iets op het spel staat. Door te choqueren en de geest te verzieken kan wellicht juist een Antidote (tevens de titel van Ophuis’ expositie in Upstream Gallery 13 januari 2024 – 24 februari 2024) ontwikkeld worden. Of volgens de conceptie van Goossens: een pharmakon, dat zowel gif als genezing bevat. Juist door in de afgrond te duiken, door taboes die we liever wegstoppen onder ogen te zien én transgressie centraal te stellen, kan men onderzoeken welke grenzen ons kunnen verbinden. In Ophuis’ recentere werk treffen we echter ook minder afschuwwekkende composities, reikend van een theaterstuk opgevoerd door ex-gevangenen, weduwen in Screbenica die land bewerken tot zelfs het Nederlandse boerenleven. Wellicht in lijn met de Nederlandse kunstenaar Wim de Haan (waar onze Emptiness & Infinite Space reeks op voortbouwt) die na drieënhalf jaar extreem deplorabele en mensonwaardige grenservaringen tijdens zijn krijgsgevangenschap in Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog, vanuit de daar ontstane leegte, een transformatieproces in gang wist te zetten om voorbij trauma te bewegen en om via kunst houvast en verlangen te generen om mogelijk nieuwe toekomsten te scheppen.
.
Ronald Ophuis (1968) woont en werkt in Amsterdam. Hij studeerde aan de AKI Academy of Fine Arts te Enschede en de Gerrit Rietveld Academy te Amsterdam. Gedurende zijn carrière won hij verscheidene prijzen (Jeanne Oosting Prijs, 2004; Charlottere Köhler Prijs, 1998 en Kunstprijs Provincie Overijssel, 1997). Hij exposeerde onder andere in het Stedelijk Museum Amsterdam, Museum Jan Cunen, Gemeentemuseum Den Haag, Kunsthal Rotterdam en vele internationale galerieën. Regisseur Catherine van Campen vertoonde in 2011 de documentaire Painful Painting over Ophuis’ omgang met de relatie tussen kunst en werkelijkheid (bij IDFA).
.
Dimitri Goossens (1975) is historicus en doctor in de wijsbegeerte. Hij studeerde aan de Universiteit van Gent (geschiedenis) en de Universiteit van Antwerpen (geschiedenis en filosofie) en behaalde zijn doctoraat filosofie aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij is momenteel als docent verbonden aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen en als leraar geschiedenis, esthetica en filosofie aan het College van Essen. In zijn onderzoek richt hij zich op de relatie tussen doodsbesef, kunst en cultuur, en religie. Hij verkent daarbij noties als transgressie, het sacrale, het sublieme en het abjecte en wordt daarin geïnspireerd door denkers als Georges Bataille, Friedrich Nietzsche, Julia Kristeva en Michel Foucault. Recent publiceerde hij (2023 – Boom) het eerste boek over de relatie tussen filosofie en horror in het Nederlandse taalgebied ‘In de ogen van Medusa. Filosofie en de duistere spiegel van horror’.
.
Samenstelling: Floris van der Burg & Steven van Teeseling
Toegang: gratis, wel aanmelden van tevoren.
Voertaal: Nederlands